Carrousella

Carrousella bestaat uit 6 verschillende gezelschapsspelen nl. 4 spelen voor 2 tot 6 spelers, en 2 spelen voor 2 tot 4 spelers.
Voor elk spel is een cirkelvormige plastiekplaat voorzien, te plaatsen op een grondplaat met draaiwijzer.
Voor 3 spelen zijn gekleurde ronde plastiekknoppen of fiches voorzien.
Spel 1: “een half dozijn”:
De cijfers 1 tot en met 6 zijn in verschillende kleurstrips veelvuldig op het grote spelbord aangeduid
Elke speler beschikt over een eigen spelbordje waar de 6 cijfers in het groot en in de verschillende kleuren zijn aangebracht.
Op elk cijfer passen het aantal fiches gelijk aan het cijferaantal en in dezelfde kleur van het cijfer.
Komt men bv. met de draaiwijzer op oranje “5”, dan mag de speler op zijn spelbordje 5 oranje fiches leggen op de grote oranje cijfer “5”
Spel 2: “Jantje lacht en Jantje huilt”:
Op het grote spelbord zijn kleurstrips aangebracht met het lachende of huilende gezicht van Jantje
Elke s peler beschikt over een eigen spelbordje met kleurstrips waarbij kaartjes van huilend of lachend Jantje kunnen ingepast worden bij de respectievelijke kleur, na het draaien aan de draaiwijzer.
Spel 3: “Toverbal”:
Op het grote spelbord zijn veelvuldig kleurstrips aangebracht.
Elke speler heeft een eigen spelbordje met 5 kleurstrips waar de kleurfiches kunnen opgelegd worden.
Als de draaiwijzer op een bepaalde kleur komt, mag de speler een ronde kleurfiche op zijn spelbordje bijvullen.
Wie is eerst klaar?
Spel 4: “Halfje-heel”:
Op het spelbord zijn afbeeldingen van dieren en gebruiksvoorwerpen aangebracht .
Van elke afbeelding zijn er bijhorende kaartjes met de helften van de afbeeldingen.
Komt de speler met de draaiwijzer op een bepaalde afbeelding, dan zoekt hij het kaartje met de helft van deze afbeelding In een volgende beurt heeft de speler misschien geluk want hij heeft de andere helft van de afbeelding en kan de hele figuur samenstellen.
Wie het grootste aantal hele kaartjes kan samenstellen, is winnaar.
Spel 5: “Plus-minus”:
Op het spelbord zijn plus-en mintekens aangebracht in verschillende kleuren.
Komt de speler na het draaien van de draaiwijzer op plus, dan mag hij één fiche (ronde knop) in de respectievelijke kleur bijnemen.
Komt de speler op “min”, dan moet hij één fiche afgeven.
Wie eerst over 6 fiches beschikt van dezelfde kleur is winnaar
Spel 6: “Dag dier”:
Op het grote speelbord zijn dierfiguren aanebracht.
Voor elk dier zijn 6 kleine kaartjes met dezelfde afbeeldingen voorzien.
Deze kaartjes zijn verdeeld onder de spelers.
Komt de speler, na het draaien van de draaiwijzer op de afbeelding van een dier waarvan hij een kaartje heeft, dan mag hij een kaartje afgeven.
Wie is eerst alle kaartjes kwijt.