In een klein stationnetje

Dit eenvoudig spel bestaat uit een vierkantig spelbord: 34cm x 34cm waarop 2 stations zijn afgebeeld elk in een eigen kleur met een spoorweg en met elk een verrijdbare trein ook in de eigen kleur.
De treinen kunnen verschoven worden.
2 spelers kunnen tegen elkaar spelen: zij kiezen elk een station met een spoorweg en een trein in hun kleur.
Doel van het spel: om ter snelst vanaf het station met de trein over de spoorweg rijden tot het eindpunt en dan terugkeren naar het station.
Startpositie: elke speler zet zijn locomotief vertrekkensklaar bij het station in de rijrichting en “de slagboom” wordt over “het rode spoor” gelegd.
Spelverloop: er is ook een draaisein dat beurtelings zal bediend worden door beide spelers, de speler met de rode locomotief mag eerst aan het draaisein draaien.
Het draaisein kan 3 symboolvakjes aanduiden: ofwel een spoorweg, ofwel een slagboom, ofwel een bel.
1. Als het draaisein de spoorweg aanduidt mag de machinist zijn locomotief nu een veld naar voor rijden terwijl hij de treingeluiden nadoet. “tsjoeke tsjoek”
2. Als het draaisein “de slagboom” aanduidt roept de machinist “ding dong “ en legt de slagboom over het andere spoor: wie met zijn trein vlak voor de slagboom staat op dat spoor kan niet verder tenzij het draaisein bij een volgende draaibeurt terug de slagboom aanduidt.
Dan mag de slagboom naar het andere spoor gedraaid worden en is het betreffende spoor terug open.
3. Als het draaisein het belletje aanduidt: de machinist luidt de bel en roept: “instappen alstublieft! “ en draait nogmaals aan het draaisein en moet de opdracht welke het draaisein aanduidt dan uitvoeren.
Einde van het spel
Wie met zijn locomotief op het einde van het spoor komt mag terugkeren bij zijn volgende spelbeurt naar het station en zo vlug mogelijk het belletje doen rinkelen.
Wie komt snelst terug bij het station?