Galgje

Twee spelers zitten rechtover elkaar.
Elke speler neemt een galgdoos en zet de doos open voor zich neer zodat elke speler alleen het opengederaaide deksel kan zien.
De draaischijf wordt gedraaid op het lege rode vakje.
Elke speler bedenkt nu een woord van maximum acht letters en zet dit neer op het onderste letterrekje van zijn doos: de eerste letter in vakje 1, de 2de letter in vakje 2, enzovoort.
Nu kan je de letters van dit woord overplaatsen in het bovenste letterrekje van het deksel maar wel met de letters zichtbaar naar je toe.
Doe dit ook in de genummerde vakjes: het woord staat nu in omgekeerde volgorde.
Het is de bedoeling dat je elkaars woord dat je niet kan zien ontdekt door letters te raden.
De jongste speler begint en raadt een letter van zijn tegenstander: als deze letter in je woord voorkomt draai je de letter om zodat ze voor de jongste speler zichtbaar is.
Als er meer dezelfde letters die hij kon raden in het woord voorkomen worden ze ook omgedraaid.
Als hij de verkeerde letter heeft geraden wordt de draaischijfklok een stap verder gezet: let op: als je draaischijf 11 keer verder wordt gedraaid, verlies je het spel.
Dus…goed raden maar!
Bij niet juist raden door een speler is daarna natuurlijk de tegenspeler aan de beurt.
Natuurlijk mag je ook proberen gokken naar het woord en als het juist is win je de spelronde.
Je wint ook de spelronde als draaischijf 11 keer werd verder gedraaid bij de tegenspeler want dan zie je het beeld van “een galg” bij je tegenspeler.