Gelukskevertje
Dit spel bevat een spelbord met in het midden een cirkelvormige draaischijf met aanduidingspijl welke verschillende vakjes kan aanduiden met verschillende puntenscores zoals bij een domino van 1 tot 6.
Het spel bevat tevens 24 kleine legplaatjes elk met een aantal verzamelingen van verschillende onderwerpen tot maximum 6 in aantal vb.: 6 wolkjes, 5 tulpen, 4 sterretjes, 3 vlindertjes enz…
Aan de buitencirkel zijn ook kleurvakken voorzien in groen, geel, rood en blauw.
Spel 1: Elke speler beschikt over zijn eigen kleurvakken die corresponderen met de verschillende scorevakken met hoeveelheden tot maximum 6.
Vooreerst worden alle legplaatjes onderste boven op de tafel gelegd zodat de afbeelding niet zichtbaar is.
Elke speler draait nu beurtelings aan de draaischijf welke een score aanduid.
Telkens zoekt de speler aan de beurt een kaartje van dezelfde hoeveelheid als de score welke de draaipijl aanduidt.
Hij doet dit door een plaatje om te draaien zoals in een memory-spel.
Als het plaatje niet dezelfde score heeft als de draaipijl aanduidde is de volgende speler aan de beurt en wordt dit plaatje terug ondersteboven gelegd.
Elk speler probeert de hoeveelheid te onthouden en de positie van dit plaatje voor als hij zelf aan de beurt is.
Als dit plaatje wel de score is kan hij dit plaatje afleggen op dezelfde score corresponderend aan zijn kleurvakjes.
Wie eerst alle score’s van zijn kleur heeft voorzien van een hoeveelheidsplaatje is de winnaar.
Wie bij het klavertje komt mag om het even welk hoeveelheidsplaatje afleggen.
Spel 2: Het spel wordt gespeeld zoals spel 1 maar de spelers mogen nu ook de vakjes innemen bij kleur van andere spelers als de draaipijl dit aanduidt.
De speler bij wie eerst alle score’s bij zijn kleur zijn volgelegd met hoeveelheids plaatjes is de winnaar.
Spel 3: Het spel kan uiteraard ook eenvoudig gespeeld worden zonder memoryspel maar met de hoeveelheidsplaatjes goed zichtbaar
vingermotoriek &
- oog-handcoördinatie
- gedetailleerd kijken naar hoeveelheden
- geheugen
- vergelijken
- onderscheiden van de verschillen
- herkennen van gelijkenissen
- hoeveelheidsbegrip tot 6
- benoemen van de onderwerpen op de hoeveelheidsplaatjes
- samenspel