Kipperoulette

Het spelbord omvat een houten cirkelvormmige basisplaat waarop de spelers beurtelings een kleinere cirkelvormige plaat kunnen doen draaien.
In de draaiplaat zijn 12 holtes voorzien.
De bijhorende houten eitjes worden bij de aanvang van het spel willekeurig verdeeld in de holtes.
Deze 12 nesten worden dan afgesloten met de bijhorende 12 houten koppen.
Op de basisplaat zijn voor de max. 4 spelers uitsparingen voorzien voor het vergaren en plaatsen van de houten eitjes uit de nesten.
Elke speler heeft 12 uitsparingen ter beschikking en kan dus max. 12 eitjes vergaren.
Wie daar eerst in slaagt wordt winnaar.
Na het draaien van de draaiplaat mag de eerste speler met de dobbelsteen gooien en volgens de score eitjes uit een nest halen en plaatsen in zijn uitsparingen.
Hiervoor moet hij een kip van haar nest halen, maar in bepaalde nesten liggen minder eieren, in andere nesten liggen meedere eieren, in andere evenveel eieren als zijn score.
In nesten met minder eieren zal hij uiteraard minder eieren dan zijn score kunnen rapen.
Wie 6 gooit mag wel alle eieren uit het nest rapen en heeft geluk bij een nest met veel eieren.
De draaischrijf wordt telkens gedraaid door de volgende speler.
Elke speler probeert te onthouden in welk nest veel/weinig eieren liggen.