Kippespel
Een grote plastic kip zit op haar nest.
De spelers ( 2 tot 4 ) nemen plaats, elk aan een kant van de kip en steken de kip vol met de 20 plastic vederen in de voorziene gaatjes.
Nu kan het spel beginnen: er wordt beurtelings gedobbeld met de kleurdobbelsteen.
Elke speler mag dan een veer uit de kip trekken van de kleur van de dobbelsteenscore.
Als een speler geluk heeft rolt uit de kip een wit ei in het nest: dan haalt deze speler één punt, maar de speler waarbij een zwart ei in het nest rolt heeft pech want hij verliest één punt.
Maar ook de dobbelsteen kan wit of zwart aanduiden: ook de speler die wit dobbelt wint één punt maar bij de score zwart moet hij zoveel keer “kukelekuu” kraaien als het totaal punten dat alle spelers reeds samen hebben.
Als alle vederen getrokken zijn worden de punten geteld.
De winnaar haalde het meest aantal punten.
- vingermotoriek
- oog- handcoördinatie
- communicatie
- samenspel
- concentratie
- eenvoudig tellen