×

Ladderspel

Het spelmateriaal is vooral een houten trapladder is miniatuur met aan beide helften 12 sporten (ladderhelft: 60cm x 20cm).
Bijhorend zijn er 24 houten stapelpionnen in 6 verschillende kleuren zoals de bij de kleurdobbelsteen.
De pionnen kunnen zeer vlot op één of meerdere laddersporten geschoven worden.
Het spel bevat zeer veel spelmogelijkheden waarbij de pionnen de ladder opstijgen en afdalen eventueel met gebruik van de cijfer- en/of kleurdobbelsteen.
Eenvoudige spelletjes: bendigheid-sorteren: verschuiven van de pionnen per kleur van sport tot sport. (eerst met 1 kleur, dan met meerdere kleur)
Alle pionnen op een verschillende laddersport plaatsen.
Sorteren per kleur op de sorteren.
Behendigheidspel met meerdere spelers: pionnen gelijk verdelen.
Wie heeft eerst de pionnen met de rechterhand op de groene sport geplaatst?
Wie eerst met de linkerhand?
Wie heeft de pionnen eerst met beide handen op de bovenste sport geplaatst?
Dobbelsteenspel met 2 kleurdobbelstenen.
De 2 spelers spelen met elk een ladderhelft tegenover elkaar.
Op de bovenste sport is een snoep bevestigd voor wie eerst aankomt.
De spelers gooien stenen gelijktijdig met de dobbelsteen.
Wie groen gooit mag 1 sport hoger, wie rood gooit moet blijven staan, wie boos wordt wordt van de ladder gerukt (mogelijke varianten met cijferdobbelsteen)
Stijg op: elke speler beschikt over een ladderhelft, 6 pionnen van verschillende kleuren een kleurdobbelsteen.
Wie de kleur gooit mag met de pion van deze kleur 1 sport stijgen.
Wie heeft alle pionnen boven?
Vang de dief: (voor 2 à 3 spelers) boven op de ladder staat een zwarte pion; de dief.
Elke speler heeft een pion van verschillende kleur en gooit beurtelings met de 3 cijferdobbelsteen om volgens de score de dief in te halen.
Wie hier in slaagt moet met de dief de ladder afdalen.
Als een andere speler inhaalt mag hij met de dief verder.
Wie is er eerst met de dief beneden.
Schattenjacht: voor 2 tot 6 spelers Er wordt een schat bevestigd tussen de bovenste 2 sporten.
Elke speler beschikt over 2 gelijkgekleurde pionnen en er wordt beurtelings gedobbeld met de cijferdobbelsteen.
Wie eerst bij de schat komt is winnaar maar het aantal sport moet uitkomen.
Als men de schat voorbij dobbelt mag men een aantal sporten terugkeren.
Beide helften van de ladder worden gebruikt.
limpartij: elke speler heeft 6 pionnen van verschillende kleur en beschikt over een ladderhelft.
Er wordt gedobbeld met de 6 score en de 3 score dobbelstenen tegelijk.
De bedoeling is over ten eerst alle pionnen op de bovenste laddersport te krijgen maar wie op de rode sport komt moet een beurt overslaan.
Wie op de groene sport komt mag zijn punten verdubbelen.
Voor en achter: voor 2 tot 6 spelers elke speler heeft 1 pion van verschillende kleur.
Er wordt gelijktijdig gedobbeld met beide cijferdobbelstenen.
Wie het meest scoort moet naar boven op de ladder, wie lager scoort moet dalen volgens de score.
Wie eerst aankomt op de onderste sport van de andere ladderhelft is winnaar.
Kwatro: 2 à 6 spelers.
Elke speler beschikt over 4 pionnen in dezelfde kleur, en zal beurtelings dobbelen met de cijferdobbelsteen, tot 3 spelers, met de 2 ladderhelften.
Meer dan 3 spelers: spelers verdelen: met elk een ladder helft.
Naargelang de score van de dobbelsteen kunnen de pionnen stijgen en daarna de ladder terug afdalen, waarna ze moeten verzameld worden op één sport.
Wie daar eerst in slaagt is winnaar.
Hans en jager: een speler is jager en de andere spelers zijn haas.
De jager zet zijn 2 groene pionnen op de bovenste sport, de hazen staan met elk 2 gelijkkleurige pionnen op de onderste sport (naargelang het deelnemersaantal worden de 2 helften van de ladder gebruikt).
Er wordt beurtelings gedobbeld maar de jager komt laatst aan de beurt.
De hazen stijgen naargelang de score, maar de haas kan in alle richtingen naargeland de score en kan de hazen vangen als hij op dezelfde sport staat.
Een gevangen haas kan wel terug in het spel als hij 6 gooit.
Hazen op een groene sport kunnen niet gevangen worden.
Wie geen hazen meer heeft moet stoppen: de jager is winnaar als alle hazen gevangen zijn.
De hazen kunnen overstappen als ze alle sporten hebben betreden.
Wie laatst lacht: elke speler kiest 4 gelijk gekleurde dobbelstenen.
De spelers verdelen zich in 2 groepen om elk een ladderhelft te bespelen.
De spelers mogen hun pionnen op de onderste sport inzetten als ze 1 gooien met de cijferdobbelsteen: ze mogen per beurt 3x proberen.
Wie op de groene sport komt mag nog eens gooien maar wie op de rode sport komt wordt verwijderd.
Wie op een sport komt waar reeds een pion staat mag deze verwijderen.
Wie 6 gooit mag een verwijderde pion terug inschakelen.
Winnaar is diegene die alle pionnen naar de andere kant heeft gebracht.
Dali-Dali: 2 à 8 spelers de spelers delen zich in 2 groepen aan één helft van de ladder en geeft aan elke s port een naam van de 12 maanden.
Afwisselend gooit nu 1 speler van groep tot groep met de 3 score dobbelsteen.
Elke groep heeft een pion van een andere kleur.
Hij plaatst dan de pion op de betreffende hogere sport en zegt de naam van deze sport.
Alle spelers schrijven nu zoveel mogelijk woorden die betrekking hebben op deze maand vb. december: winter, sneeuw, kerstmis…
Als de vooraf afgesproken tijd om is vergelijkt men de woorden van beide groepen.
Gelijke woorden bij beide partijen worden geschrapt.
Elk ander woord behaalt een punt.
Het spel eindigt uiteraard met de laatste maand december.
Wie haalt het meest aantal punten?

ID
G00195
CategorieFuncties

- oog- handcoôrdinatie
- behendigheid
- samespel
- eenvoudig tellen
- kleurherkenning