Mathpuzzels
De puzzels worden gemaakt op de bijhorende basisplaten waarop de puzzelvakjes zijn uitgewerkt in een specifieke kleur.
Er is een puzzel met rode kleur op de achterzijde passend bij de rode basisplaat, een blauwe en een groene.
Elke puzzel heeft een specifieke illustratie: appels, aardbeien, een pauw.
Eerst moet de puzzelaar de stukken van elke puzzel verzamelen (blauwe of rode of groene stukken apart).
Nu is het zoeken naar de passende puzzelstukjes voor elk vakje van de basisplaat: hiervoor kijk je niet alleen naar het codeteken (bolletje, vierkantje of driehoekje) op de achterzijde van het puzzelstuk maar ook naar de hoeveelheid van voorwerpen (dit kan een cijfer zijn, stippen van een domino of het aantal voorgesteld met voorwerpen of vingers).
Als de code en de hoeveelheid van het puzzelstuk gelijk is aan de aanduiding op een vakje op de basisplaat, dan kan je het puzzelstuk daar plaatsen in de aangeduide positie maar met de beeldzijde zichtbaar.
Als je goed telt maak je vlug de volledige puzzel.
- vingermotoriek
- oog- handcoördinatie
- vormenonderscheid
- kleuronderscheid
- vergelijken: code’s vergelijken
- hoeveelheden tellen tot 10
- gedetailleerd kijken