Mime-Teerling

Dit spel bevat 12 houten mime-dobbelsten met op elke zijde een aangezicht met een andere mimiek.
Elke dobbelsteen heeft 6 zijden: De vrolijke is steeds goed gezind.
De optimist neemt alles goed op.
De besluitloze weet het nog niet.
De verbaasde is enkel verwonderd.
De pessimist is zwartgallig.
De woedende is héél boos.
Kijk goed naar de mimiek en je zal weten welke van stemmingen het aangezicht uitdrukt … in welke stemming ben jij vandaag?
Er zijn 18 spelmogelijkheden uitvoerig omschreven in de handleiding.
De spelen lenen zich tot theater-mime en improvisatie en spelletjes waarbij gepraat en gecommuniceerd wordt.
1ste spel: elke speler dobbelt een mimiek, op een teken loop iedereen naar het midden van het lokaal en beeld je daar met gebaren de mimiek uit en zoek je de personen met dezelfde gemoedsstemming.
2de spel: Er zijn spelers en één rader.
De rader staat met zijn rug gekeerd naar de spelers die hij niet kan zien.
De spelers dobbelen elk met één dobbelsteen en beelden hun gegooide mimiek uit.
Wie wordt erkend met de juiste mimiek wordt rader.
3de spel: Theaterspel: “ We zitten in een zeilboot op zee, het is windstil en komen niet vooruit”.
Elk dobbelt een stemming en we spelen een improvisatie met onze rollen.
4de spel: Een spel: “de rader” gaat naar buiten, de anderen gooien met hun dobbelsteen: de dobbelstenen worden dan bij elkaar gelegd met de gegooide afbeelding naar boven.
Een andere speler “de joker” heeft ook niet gegooid … hij mag op eigen houtje een stemming kiezen.
De rader komt binnen: iedereen beeldt zijn stemming uit!
Wie is de joker en van wie zijn de dobbelstenen?
5de spel: Elke speler kiest een thema: bv. “voeding” of “sport”, “dieren” ,…
Gooi nu met drie dobbelsteen en vindt voor elke mimiek 3 dingen binnen het thema die met de stemming overeenkomen vb. voeding: bloedworst voor de woedende, chocolade voor de optimist, … 6de spel: Theaterspel: Bedenk een situatie bv. “een avondje uit in de disco”.
Een kerel probeert contact met jullie te krijgen: reageer met de mimiek die je geworpen hebt.
7de spel: Elk heeft 2 mime-dobbelstenen: bedenk een vraag of een situatie bv. “ Hoe sta je tegenover verkering? Of je moeder komt bij jou op bezoek en begint onmiddellijk schoon te maken.” Een speler speelt de situatie in 2 stemmingen.
De spelers raden welke stemming na zijn acteerspel.
8ste spel: Bedenk een gekke zin: b.v. “Het legvermogen van verliefde kippen is bedenkelijk”.
Elke speler dobbelt zijn mimiek en draagt de zin voor in de stemming van de mimiek.
9de spel: Er wordt een verhaal verzonnen aan de hand van de stemmingen van de dobbelsteensscore van elke speler: een speler begint met een zin waarbij iemand om bepaalde redenen bijvoorbeeld woedend is (zijn stemming van de dobbelsteenscore), de volgende speler speelt hier op in met zijn stemming en zo loopt het verhaal verder.
Spel 10: Elke speler dobbelt een mimiek en zitten in een kring.
Het is de bedoeling dat de linkerbuur de mimiek van de rechterbuur juist inschat: hiervoor kan hij een thema aanduiden in dewelke de rechterbuur een zin fantaseert in de stemming van zijn mimiek. Spel 11: Er wordt gezamenlijk een grappige stuatie afgesproken waarop elke speler in de mimiek en in de stemming van zijn dobbelsteenscore reageert met een zin.