Nijntje leert tellen
Het spelbord is een staproute met 10 stapvakjes waarop elke speler met zijn eigen diertje kan vorderen van cijfer 1 tot en met cijfer 10.
De cijfers zijn aangeduid per staproute.
Om te kunnen vorderen op de staproute moet de speler bij elke cijfer een leeg vakje invullen met hetzelfde aantal vruchten als het cijfer van het vakje waar hij zijn diertje wil plaatsen.
Hij moet niet alleen het juiste aantal maar ook wel de juiste soort vrucht vinden dat zijn dier eet.
De aap eet bananen, het konijntje eet wortels, de beer eet sinaasappels, de olifant eet appels.
Alle kaartjes worden eerst geschud en dan kris kras rondom het spel gelegd met de cijfers zichtbaar aan de bovenzijde, de vruchten onzichtbaar.
Nu kan de eerste speler beginnen: elke speler beschikt over een pion (een dier).
Spreek af wie met welk dier speelt en de beurtrol.
Elke speler start van cijfer 1 en zo verder tot en met cijfer 10.
De eerste speler die op cijfer 1 wil starten draait een plaatje nr 1 om.
Als het de juiste vruchten zijn voor zijn dier (vb. 1 banaan voor de aap) maar hij het kaartje op het lege vakje zichtbaar plaatsen en zijn pion (de aap) op de staproute ernaast plaatsen.
Ingeval het niet de juiste vrucht was voor zijn dier moet hij het kaartje tonen aan de medespelers en terug leggen met de vruchten onzichtbaar (op de onderzijde).
De medespelers kunnen onthouden waar het kaartje lag als ze het in de volgende ronde gebruiken.
De eerste speler die op cijfer 10 komt met de juiste vruchten is de winnaar.
- oog- handcoördinatie
- associëren van cijfers met hoeveelheden
- tellen (tot 10)
- geheugen
- benoemen van dieren en onderscheiden van de vruchten