Number lotto 0-10

Het spel bestaat uit 4 grote opdrachtkaarten.
Daarop vind je 6 vakjes.
Op 5 vakjes zie je verschillende afbeeldingen elk met een hoeveelheid van een voorwerp.
Bijvoorbeeld 10 vissen, 2 violen , 6 kousen enz… .
Bij elke vakje kan je een cijferkaartje plaatsen van de hoeveelheid voorwerpen van “0” tot en met “10”.
Een vakje is blanco en heeft geen afbeelding.
Hierbij hoort het cijferkaartje “0”.
Het spel kan op verschillende wijzen gespeeld worden. 
Spel 1
Elke speler heeft een grote opdrachtkaart.
De cijferkaartjes liggen ondersteboven op een stapeltje.
Beurtelings neemt elke speler een cijferkaart en kijkt indien de hoeveelheid van het cijfer past bij een hoeveelheid voorwerpen in een vakje van zijn opdrachtplaat.
Zo ja legt hij het cijferkaartje in het betreffend vakje.
Zo, niet legt hij het betreffend cijferkaartje onderaan het stapeltje van cijferkaartjes.
De speler die eerst alle vakjes vol heeft met een cijferkaartje is de winnaar.
Spel 2
In plaats van een stapeltje met kaartjes te maken leg je nu alle cijferkaartjes onderste boven open gespreid op de tafel.
Nu mag je beurtelings een cijferkaartje omdraaien en als je de hoeveelheid van het cijfer vindt op je opdrachtkaart leg je het cijferkaartje in het betreffende vakje.
Als je de hoeveelheid van het cijfer niet hebt op je opdrachtkaart leg je het kaartje ondersteboven terug.
Tracht te onthouden waar de cijfers liggen van omgedraaide kaartjes want straks ben je aan de beurt.
Spel 3
Om het spel eenvoudiger te maken leg je de cijferkaartjes open gespreid op de tafel met de beeldzijde naar boven.
Spel 4 
Speel met koppels van 2 spelers, 1 speler neemt een cijferkaart en de andere speelt op de opdrachtplaat.
Spel 5 
Een speler heeft alle opdrachtplaten en probeert te zien hoe snel hij de alle cijfers kan invullen in de vakjes.