Oren trekken

De 9 stevige dierenkaartjes zijn illustraties van dierenkoppen waarbij de oren in het karton nog uitgespaard zijn en door de speler met passende legplaatjes kan ingevuld worden.
Hiervoor zijn er legplaatjes in 3 verschillende vormen en 5 verschillende kleuren.
Het spel bevat 3 spelvarianten.
Spel 1: Mijn oren, jouwe oren
Let op: bij dit spel heb je de blauwe oortjes niet nodig, leg ze apart en doe de resterende oortjes in het voelzakje.
Elke speler kiest 3 dierkaartjes bij 3 spelers.
Zoniet, bij 2 spelers verdeel je de dierkaartjes.
Elke speler heeft drie dierkaarten en tast beurtelings naar de passende vormen nl. de oorplaatjes in een voelzakje dat wordt doorgegeven van speler naar speler.
Wie een passende vorm heeft voor één van z’n dierkaarten schikt het in z’n dierkaart.
Als het geen passend plaatje is leg je het terug in ’t zakje.
Wie eerst alle passende oren voor zijn dierkaarten heeft gevonden is winnaar.
Spel 2: de haas heeft lange oren: doe alle oorplaatjes in het zakje.
Leg alle dierkaarten naast elkaar op de tafel waarna de spelers beurtelings in het voelzakje een oorplaatje trekken.
In geval het een passend oor is mag je het inpassen in de betreffende dierkaart.
Als het dier op je dierkaart beide oren bezit heb je de dierkaart voor jezelf gewonnen en mag je ze houden.
Wie haalt het hoogst aantal dierkaarten binnen?
Spel 3: één, twee, drie dieren op ‘n rij.
Let op: bij dit spel heb je de blauwe oortjes niet nodig, leg ze apart en doe de resterende oortjes in het voelzakje.
Met de 9 kaarten leggen we een vierkant leggen: 3 rijen van 3 dierenkaarten.
Beurtelings trekken de spelers nu een oor uit het voelzakje en vullen een dierenkaart in.
Wie tijdens zijn beurt dezelfde vorm trekt als bij de vorige speler, moet beurt overslaan.
Zodra er drie kaarten op een rij (horizontaal, verticaal of diagonaal) is het spel ten einde.
Wie als eerste een rij van drie kaarten vervolledigde is winnaar.