Spot

De spelborden kunnen recto verso gebruikt worden en geven vakjes weer waarlangs je pion kan vorderen volgens de dobbelsteenscore. Je volgt met je pion de pijltjes, zij duiden aan welke vakjes je moet volgen. Bepaalde vakjes geven de illustraties en het woord weer van bepaalde thema’s: zoals “ziek”, “mus”, “man”, “hol” … Om te starten neemt elke speler een spelbord van dezelfde kleur, je kan eerst volgens de kleur van het spelbord het spelniveau bepalen naar moeilijkheidsgraad: niveau 1 heeft spelborden van groene kleur en is gemakkelijker dan niveau 2 (oranje) enzovoort … niveau 3 (blauw) is nog moeilijker en niveau 4 (paars) is het moeilijkst. 4 spelers hebben elk een spelbord en plaatsen eerst hun pion om te starten willekeurig op een plaats van het spelbord. Speler 1 gooit nu met de dobbelsteen en elke speler plaatst zijn pion hetzelfde aantal vakjes volgens de pijltjes en dobbelsteenscore vooruit. Elke speler roept nu het woord van het vakje waarop hij staat. Ingeval speler 1 een overeenkomst hoort in de woorden mag hij een klein “spot”kaartje trekken. Een overeenkomst in de woorden kan dezelfde beginklank zijn : haas,hek dezelfde middenklank zijn: ziek, wieg dezelfde eindklank zijn: gas,mus Als er eenzelfde klank is roept speler 1 “spot” en worden de klanken van de woorden waarop de pionnen van de andere spelers staan gecontroleerd met betrekking tot de overeenkomst in de woorden. Ingeval speler 1 gelijk heeft hij over een spotplaatje trekken dat hij op zijn spelbord legt op een hier voorzien vakje. De speler die het eerst over 5 spotplaatjes beschikt in de voorziene vakjes van zijn spelbord is winnaar. De spelers die op een bonusvakje terecht kwamen mogen een woord doen gelden naar eigen keuze maar roept eerst “ bonus”. Variant in het spel: zie de spelregels.