×

“Stop” Het grote verkeersspel

Elke speler heeft in de hoek van het spelbord een vertrekpunt vanwaar hij met zijn wagen (rijdende autopion) mag vertrekken en om ter eerst de overzijde moet proberen te bereiken: de andere kant van zijn baan met dezelfde kleur als het vertrekpunt.
Op de baan is een vakjesroute uitgestippeld: er wordt beurtelings gedobbeld met de cijferdobbelsteen en je wagen mag zoveel vakjes vooruit als de dobbelsteen aangeeft.
Natuurlijk moet elke speler rekening houden met verkeersregels: je moet rechts houden en mag niet inhalen op de smalle wegen en natuurlijk moet je de aanwijzingen van de verkeersborden volgen.
Andere aandachtspunten: je mag niet blijven staan op de donkergrijs gekleurde vakjes, op de voetgangersoversteekplaatsen, de spoorwegkruising, de verkeerspleinen, het kruispunt in het midden en op de linkerzijde van de wegen en op de linkerzijde van de wegen: wie in zijn beurt een te lage dobbelsteenscore heeft geworpen om deze vakjes te kunnen passeren moet zijn beurt laten voorbij gaan.
De cijfers op de gele ronde punten in het middengedeelte duiden op de weg die je moet inslaan volgens de score van je worp: als het resterende getal van je worp 6 is moet je op route 6 verder.
Vb staat een auto 2 vakjes voor het kruispunt en gooit de speler 5 ogen, dan houd hij, wanneer hij bij het verkeersplein aankomt, 3 ogen over en moet hij dus weg 3 inslaan.
Het kruispunt mag slechts worden overgestoken als het verkeerslicht groen is: dit wordt bepaald met de kleurendobbelsteen: moet groen aangeven.
Het inhalen gebeurt rechtlijnig d.w.z. dwars naar links meetellen, dan nog twee vakjes op de linkerzijde voorwaarts gaan en daarna dwars terug naar de rechterkant van de weg.
Men heeft dus tenminste 4 ogen nodig om in te halen.

ID
G00260
CategorieFuncties

- oog- handcoördinatie
- cijferonderscheid tot 6
- kleuronderscheid
- verkeerssignalisatie leren kennen
- onderscheiden