Taalspel 2
Verschillende spelen zijn mogelijk.
Spel 1: voor 4 spelers
Elke speler kiest 1 geïllustreerde modelplaat.
Daar staan 4 figuren op die bepaalde handelingen doen.
Elke speler neemt ook een blanco spelplaat waarop 4 lege vakjes staan waarin de spelers de kaartjes kunnen inpassen met dezelfde identieke figuren als geïllustreerd op de modelplaten.
Een stapeltje kleine kaartjes wordt omgekeerd onderste boven op de tafel gelegd.
De spelers nemen om de beurt een kaart en beschrijven de illustratie zonder deze aan de andere spelers te laten zien.
Wie deze omschreven kaart op z’n modelplaat herkent mag ze nemen en op z’n blanco spelplaat leggen.
Op het einde van het spel worden de ingevulde blanco kaarten vergeleken met de geïllustreerde modelplaten: de afbeeldingen moeten juist zijn en in de goede volgorde liggen.
Variant: Ieder van de 4 spelers heeft een blanco spelplaat en een geïllustreerde modelplaat naar keuze.
Alle kleine kaartjes worden onder de spelers verdeeld: de kleine kaartjes die identiek zijn kan je reeds op je blanco kaart invullen.
Als de spelers niet alle kaartjes kon invullen op hun blanco kaart mogen ze elkaar beurtelings bevragen en duidelijk maken welke kaart je nodig hebt.
Wie kon eerst zijn blanco kaart volledig invullen?
Spel 2: Beide kaartjes van beide stapeltjes worden geschud en op een stapel door elkaar gelegd op tafel.
Elke speler krijgt willekeurig enkele kaarten.
Beurtelings beschrijft elke speler de kaart waarvan hij het dubbel zoekt aan de andere spelers, wie ze heeft geeft ze door…
Wie heeft eerst alle paren?
- oog-handcoördinatie
- onderscheiden van de verschillende figuren
- verwoorden wat men ziet op de beeldkaartjes
- taalaktivering beelden
- vergelijken
- samenspel met medespelers