Vlinderspel

Elke speler kiest een spelbord en alle vlinders worden goed zichtbaar met de lijnen naar boven opengelegd.
De spelers gooien beurtelings met de 3 dobbelstenen.
De speler die een vlinder opmerkt op zijn spelbord na zijn gooibeurt welke de eigenschappen van kleur, lijn en grootte heeft volgens de gegooide dobbelstenen mag dit vlindertje nemen en schikken op zijn spelbord.
Zoniet is de volgende speler aan de beurt.
Wie als eerste zijn spelbord heeft vol gelegd met vlinders is de winnaar.
Let op: de dobbelsteen met lijnen heeft een witte en zwarte kant.
Wie de witte kant gooit mag opnieuw gooien, wie de zwarte kant gooit, verliest zijn beurt.
Natuurlijk kan je het spel vereenvoudigen als je maar met 1 of 2 dobbelstenen gooit.
Je kan ook het spel sneller doen verlopen als elke speler op zijn spelbord kijkt bij elke gooibeurt ongeacht wie met de dobbelstenen gooit.
Lottospel: ook hier heeft iedereen een spelbord en zijn alle vlinders zichtbaar opengelegd.
Elke speler neemt beurtelings een vlinder, laat hem eens zien en beschrijft hem daarna.
Bijvoorbeeld: het is een kleine blauwe vlinder met puntjes.
Wie deze vlinder op zijn spelbord ziet mag de vlinder erop plaatsen.
Wie heeft eerst de 6 vlinders op zijn spelbord.
Mogelijks kan je één speler aanduiden die alle vlinders beschrijft.
De andere spelers spelen dan om ter vlugst om hun spelbord vol te krijgen.
Memoryspel: De vlinders worden onderste boven door elkaar op de tafel gelegd.
Elke speler draait beurtelings een vlinder om en kijkt op zijn spelbord indien de vlinder er op afgebeeld staat.
In dit geval mag hij de vlinder op het spelbord schikken.