Zoembloemen

Het spel bevat gele, rode, blauwe, roze en oranje houten bloemen.
De bloemen worden volgens kleur op de bloemenhouders geschikt.
Zo zijn er nu 5 verschillende bloementuilen van elk een verschillende kleur.
Er zijn ook afbeeldingskaartjes met elk verschillende bloemencombinaties waarop een bijtjes zitten op bepaalde bloemen van een kleur.
De plaatjes worden onderste boven op de tafel naast elkaar gelegd.
Het spelbord met draaipijl duidt ofwel een bepaalde kleur aan van bloem (5 verschillende kleuren) ofwel een bijtje.
Er wordt beurtelings gespeeld.
Wie op een bepaalde kleur komt mag de speelfiguur nemen, dit is een hommel en naar de bloem vliegen van deze kleur en de hommel op een blaadje steken.
Bij de draaiwijzer van geel vliegt de hommel naar de gele bloementuil en steekt dan op een geel bloemenblaadje.
Als nu de draaiwijzer op het bijtje komt te staan moeten alle spelers meespelen, zij draaien tegelijkertijd één na één de afbeeldingskaartjes om: wie een kaartje vindt met een bijtje op van de nodige kleur (in dit geval geel) legt het apart.
Wie er eerst 3 heeft is wint in deze ronde en mag het houten bloemblaadje van de bloementuil (in dit geval een geel) waarop het bijtje zit voor zich houden.
Nu is de volgende speler aan de beurt: draaien met de draaiwijzer en bijtje zetten op de bloem van de aangeduide kleur enz…
Wie eerst 3 houten bloemen kan verwerven is de winnaar.