Liedtspark
Zoals veel steden werd ook Oudenaarde omringd door water en vesten. De versterkingen werden reeds aangebracht onder het Spaanse bewind, maar uitgebreid door de architect van Lodewijk XIV, Vauban. Deze vesten met omliggende landbouwgronden werden opgekocht door de heer Liedts, gouverneur van Brabant en Henegouwen. Hij gaf opdracht om er een grote privé-tuin aan te leggen, waarvoor men zich inspireerde op de Engelse tuinkunst: typisch landschappelijk, met veel wandelpaden, waterpartijen met fontein, grote grasvelden, prieeltjes en veel hoogstambomen. Het bestaande landschap was de basis, het moest enkel wat verbeterd worden.
Na het overlijden van baron Liedts (in 1907) gingen het park en het kasteel bij legaat naar het stadsbestuur. Na de tweede wereldoorlog werd het park toegankelijk voor bezoekers, waardoor het vooral een sociale functie kreeg. Het 6 ha grote park staat open voor het publiek, vormt dé groene long van de stad en is vrij toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.
Liedtskasteel
Na de afbraak van de stadsversterkingen werd een deel van de vrijgekomen gronden (Eindries) verkocht aan de vooraanstaande familie Liedts.
Charles Liedts, een belangrijke Belgische jurist en staatsman, liet er rond 1860 een buitenverblijf bouwen. Na succesvolle diplomatieke onderhandelingen met Frankrijk werd hij baron en koos hij als devies “All for Duty”. Deze familieleuze prijkt nog altijd op de cartouches van het huidige kasteel.
Charles’ zoon, Amedée Liedts, verbouwde het oorspronkelijke pand en liet zijn initialen in de vensterramen aanbrengen. De kinderloze Amedée schonk het “Kasteel Liedts” met de bibliotheek, de kunstverzamelingen en de tuin in 1907 aan de stad op voorwaarde dat de begrenzing van het “Park Liedts” nooit zou wijzigen en dat ook de volkstuintjes bleven bestaan. De geschonken kunstwerken vormen een belangrijk deel van de Stedelijke Collectie van het stadhuis.